IS-strijders, de moderne kruisvaarders

Door Nadia Sminate op 17 augustus 2015, over deze onderwerpen: Syrië
IS-strijders, de moderne kruisvaarders

Geweld plegen in naam van een godsdienst is niet nieuw maar helaas van alle tijden. Katholieken, moslims, boeddhisten, joden: allen hebben ze te maken gehad met bekeringsijver in periodes in hun lange geschiedenis. En allen hebben ze getracht hun overtuiging aan anderen op te leggen. Met woorden, of via subtiele druk, maar soms ook met de wapens in de hand.

Vaak legitimeerden ze hun oorlog en geweld door het streven naar bevrijding van het Heilige Land. Duizend jaar geleden al trokken kruisvaarders ten strijde tegen de islamitische heersers om de heilige plaatsen die ze als hun rechtmatige eigendom zagen terug op te eisen. De strijders waren ervan overtuigd dat hun daden en intenties juist waren omdat die religieus geïnspireerd waren en het doel de middelen heiligt. Een laatste voorwaarde waaraan moest worden voldaan was dat een legitieme autoriteit moest oproepen tot de oorlog, in dit geval de paus.

Dat alles maakte dat de kruisvaarders zichzelf zeker niet als misdadigers zagen. Integendeel: ze waren pelgrims met een missie. Achteraf bekeken is de geschiedenis natuurlijk altijd genuanceerd, maar dat die kruistochten bijzonder wreed waren, dat joden en moslims afgeslacht werden en dat vooral homo's het slachtoffer werden staat vast. Maar dat wordt tegenwoordig al te vaak vergeten.

De term 'kruisvaarder' kreeg in de loop der jaren zelfs een positieve bijklank, alsof het helden waren die geloofd moeten worden voor hun heldendaden.

De wansmaak voorbij

Ik moest eraan denken bij de reportage over het regime van seksslavernij en geïnstitutionaliseerde verkrachting bij IS. Berichtgeving allerhande had het hier al over maar was meestal sporadisch. De getuigenissen in The New York Times zijn de wansmaak ver voorbij.

Want ergens zijn er wel parallellen. Ook bij IS zien we dat aan de drie voorwaarden inzake 'legitimiteit' voldaan wordt. De legitieme autoriteit zien we in Abu Bakr al-Baghdadi, de leider, de kalief van Islamitische Staat. Het doel is heilig en bovendien identiek als duizend jaar geleden, het heroveren van een heilige plaats. En het installeren van een heilig regime: een staat geregeerd door een opvolger van de profeet waar iedereen volgens zijn wetten moet leven. En drie, wat is er juister dan te willen leven volgens de wetten van Mohammed? Volgens de Koran?

Net als duizend jaar geleden worden vandaag extreme vormen van geweld gelegitimeerd door een gemeenschappelijk zogenaamd heilig doel. Uiteraard staat nergens geschreven dat jonge meisjes verkracht moeten worden om zo een beter moslim te worden. Uiteraard ga je nergens lezen dat homo's van de hoogste berg gegooid moeten worden. Maar het doel heiligt de middelen, zeker?

In de ban van het Heilige Doel

De vraag is dus niet: wat bezielt hen? De vraag die ik mij stel is hoe een jonge Vlaming in de ban geraakt van het Heilige Doel. Die vraag was alleszins het uitgangspunt van hoorzittingen en debatten in het Vlaams Parlement. Wekenlang hebben we in de commissie Deradicalisering naar een antwoord gezocht. Want - o ironie - terwijl duizenden mensen naar (West-)Europa willen komen, zijn er ook honderden die deze contreien hebben verlaten voor een kalifaat in een onstabiele strijdregio.

Hoe is het mogelijk dat jonge mensen, soms met een goede job en vele opleidingsmogelijkheden, toch alles achterlaten om in de hel een strijd te gaan voeren in naam van iemand die zichzelf ziet als opvolger van de profeet? Vele hoorzittingen en uren van gesprekken met experts en tientallen boeken over de problematiek hebben mij nog geen afdoend antwoord gegeven. De groep Syrië-strijders en hun motieven zijn zo heterogeen dat één constante factor afwezig blijft. Dat maakt de dreiging des te minder voorspelbaar en des te groter. Het publieke debat over radicalisering lijkt al lang achter ons te liggen en de grexit en de vluchtelingenstromen vroegen alle aandacht.

De gespecialiseerde website Conflict News vergeleek de evolutie van geweld in verschillende regio's. Dat geweld blijft toenemen. En moslimextremisme blijkt niet de enige maar wel de belangrijkste motor van al dat geweld. Wanneer religie en grondgebied de inzet zijn van strijd, blijft dat jongeren van hier aantrekken.

Maar net omdat de dreiging zeker niet is gaan liggen, vind ik het als voorzitter van de commissie Deradicalisering belangrijk dat Vlaanderen deze problematiek ernstig blijft nemen - zoals dat de vorige maanden gebeurde - en aandacht heeft voor de voedingsbodem voor deze gruweldaden. Dat is mijn kruistocht.

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is