Een sociale woning moet net als een woning op de private huurmarkt, goed onderhouden worden door de huurder. In de meeste gevallen zal de huurder de woning onderhouden zoals het een goede huisvader betaamt, maar soms dient de woonmaatschappij een dossier op te starten wegens het veroorzaken van leefbaarheidsproblemen, huurachterstal, domiciliefraude of het gebrek aan goed onderhoud van de woning.

Altijd eerst bemiddelen

Uit cijfers die Sminate opvroeg bij Vlaams minister van Wonen Matthias Diependaele blijkt nu dat bij de opgestarte dossiers gemiddeld één op drie de sociale woning ook effectief dient te verlaten. “We trachten in de eerste plaats altijd te bemiddelen, maar als het de spuigaten uitloopt en de sociale huurder weigert te voldoen aan zijn of haar huurdersverplichting, moet er ingegrepen worden”, zegt Sminate.

Fair

Over heel Vlaanderen werden er in datzelfde jaar 1.116 dossiers opgestart, waarvan 398 (36 %) dossiers ontbonden zijn. In 2022 werd in 35,5 % van het aantal opgestarte dossiers de huurder uit huis gezet. “We zijn gastvrij voor wie die een sociale woning nodig heeft, maar we verwachten ook dat de huurder voldoet aan de verplichtingen die komen kijken bij het huren van een sociale woning. Die vraag is niet meer dan fair”, besluit Sminate.

Onderaan de wachtlijst

Wie zijn sociale woonst omwille van ernstige overlast of verwaarlozing verloor, kan een nieuwe aanvraag indienen. “Het was de bedoeling dat iemand na een gerechtelijke ontbinding drie jaar lang niet meer op de wachtlijst terecht zou kunnen komen”, zegt minister Diependaele. “Helaas heeft het Grondwettelijk Hof ons daarin teruggefloten. Voortaan zullen de betrokkenen wel onderaan de lijst belanden, zonder recht op een versnelde toewijzing.”